Identificatie van het vervoermiddel: voor vliegtuigen het vluchtnummer, voor schepen de naam van het schip, voor treinwagons het nummer van de trein en van de wagon, voor wegvoertuigen het kenteken van het voertuig en eventueel van de aanhanger.
L’identification du moyen de transport: par voie aérienne, le numéro du vol, par voie maritime, le nom du navire, par voie ferroviaire, le numéro du train et du wagon, et par voie routière, le numéro de la plaque d’immatriculation du véhicule routier et le numéro de la remorque, le cas échéant.