Vertaling van "schenden temeer " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

een verzameling schenden
dépareiller une collection

schenden
contrevenir

de wet schenden
violer la loi

de rechten schenden
préjudicier aux droits

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Die vereiste kan de beklaagde immers ertoe verplichten van advocaat te veranderen met het oog op het cassatieberoep (eerste onderdeel), terwijl alle advocaten een cassatieverzoekschrift bij de Raad van State kunnen indienen (tweede onderdeel); die vereiste is niet evenredig, temeer daar zij geldt voor de advocaten die zouden kunnen voldoen aan de voorwaarden inzake opleiding en ervaring om te worden benoemd tot staatsraad, die de administratieve cassatieberoepen moet onderzoeken (derde onderdeel), terwijl die advocaten niet zouden moeten worden onderworpen aan de vereiste van een getuigschrift van een opleiding (vierde onderdeel); ten slotte zouden de bestreden bepalingen, door aan de Koning de vaststelling van de criteria inzake het getuigschrift van een opleiding te delegeren, het wettigheidsbeginsel schenden (vijfde onderdeel).
Cette exigence peut en effet obliger le prévenu à changer d'avocat en vue du pourvoi (première branche), alors même que tous les avocats peuvent introduire une requête en cassation auprès du Conseil d'Etat (deuxième branche); cette exigence est d'autant plus disproportionnée qu'elle s'impose aux avocats qui pourraient remplir les conditions de formation et d'expérience pour être nommé conseiller d'Etat, appelé à examiner les recours en cassation administrative (troisième branche), alors que ces avocats ne devraient pas être soumis à l'exigence d'attestation de formation (quatrième branche); enfin, en délégant au Roi la fixation des critères de l'attestation de formation, les dispositions attaquées méconnaîtraient le principe de légalité (cinquième branche).

Daardoor creëren we opnieuw extra bureaucratie, nutteloze bureaucratie en schenden we eens temeer het subsidiariteitsbeginsel.
Dans cette affaire, nous sommes une fois encore en train de créer des formalités administratives supplémentaires et inutiles et nous sommes une fois encore en train d’enfreindre le principe de subsidiarité.

Het verzoekschrift geeft niet aan in welk opzicht het bestreden artikel 5 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou schenden, noch hoe de jaarlijkse machtiging van de wetgever aan de uitvoerende macht, zoals bedoeld in artikel 171 van de Grondwet en voor het begrotingsjaar 2000 gegeven in het bestreden artikel, op enigerlei wijze de artikelen 10 en 11 van de Grondwet zou kunnen schenden, temeer daar die verplichting door de Grondwetgever zelf is opgelegd.
La requête n'indique pas en quoi l'article 5 entrepris violerait les articles 10 et 11 de la Constitution, ni en quoi l'habilitation annuelle conférée par le législateur au pouvoir exécutif, telle qu'elle est visée à l'article 171 de la Constitution et telle qu'elle a été donnée par l'article entrepris pour l'année budgétaire 2000, pourrait violer d'une quelconque façon les articles 10 et 11 de la Constitution, d'autant que cette obligation a été imposée par le Constituant lui-même.

6. Vormt een (poging tot ) fiscale visitatie van woningen en bewoonde ruimtes door fiscale ambtenaren die " wel" over een machtiging tot fiscale visitatie door de Politierechter beschikken machtsoverschrijding en/of machtsafwending, respectievelijk huisvredebreuk voor de betrokken (diensten van) gewestelijk directeur der directe belastingen, temeer daar het Grondwettelijk Hof bij middel van haar arrest van 3 december 2008 vaststelt dat de visitatie van particuliere woningen en bewoonde ruimtes - zelfs na eenzijdige machtiging door de politierechter - het recht op de onschendbaarheid van de woning zoals vervat in artikel 15 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 EVRM alsook de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 6.1 EVRM schenden?
6. Une (tentative de) visite fiscale d'une habitation ou de locaux habités effectuée par des fonctionnaires fiscaux qui disposent bel et bien d'une autorisation de visite domiciliaire fiscale délivrée par le juge de police constitue-t-elle un excès de pouvoir, un détournement de pouvoir ou une violation de domicile pour le(s) (services du) directeur régional des contributions directes concerné, d'autant que dans son arrêt du 3 décembre 2008, la Cour constitutionnelle indique que la visite domiciliaire d'habitations privées et de locaux habités - même après autorisation unilatérale délivrée par le juge de police - enfreint le droit à l'inviolabilité du domicile tel que fixé à l'article 15 de la Constitution, lu en combinaison avec l'article 8 de la CEDH, ainsi qu'aux articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6.1 de la CEDH ?

5. Vormt een (poging tot) fiscale visitatie van woningen en bewoonde ruimtes door fiscale ambtenaren die " zonder" over een machtiging tot fiscale visitatie door de politierechter beschikken machtsoverschrijding en/of machtsafwending, respectievelijk huisvredebreuk voor de betrokken (diensten van) gewestelijk directeur der directe belastingen, temeer daar het Grondwettelijk Hof bij middel van haar arrest van 3 december 2008 vaststelt dat de visitatie van particuliere woningen en bewoonde ruimtes - zelfs na eenzijdige machtiging door de politierechter - het recht op de onschendbaarheid van de woning zoals vervat in artikel 15 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 EVRM alsook de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 6.1 EVRM schenden?
5. Une (tentative de) visite fiscale d'une habitation ou de locaux habités effectuée par des fonctionnaires fiscaux qui ne disposent pas d'une autorisation de visite domiciliaire fiscale délivrée par le juge de police constitue-t-elle un excès de pouvoir, un détournement de pouvoir ou une violation de domicile pour le(s) (services du) directeur régional des contributions directes concerné, d'autant que dans son arrêt du 3 décembre 2008, la Cour constitutionnelle indique que la visite domiciliaire d'habitations privées et de locaux habités - même après autorisation unilatérale délivrée par le juge de police - enfreint le droit à l'inviolabilité du domicile tel que fixé à l'article 15 de la Constitution, lu en combinaison avec l'article 8 de la CEDH, ainsi qu'aux articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 6.1 de la CEDH ?