2. roept de lidstaten op een heldere scheidslijn te trekken tussen ontwikkelingsuitgaven en uitgaven ten behoeve van belangen in het buitenlands beleid; benadrukt in dit verband dat de ODA in overeenstemming zou moeten zijn met de criteria voor ODA van de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO/DAC) en met de aanbevelingen van de OESO/DAC over de ontkoppeling van de ODA;
2. invite les États membres à établir une distinction nette entre d'une part, les dépenses de développement, et, d'autre part, les dépenses concernant leurs intérêts de politique étrangère et estime, à cet égard, que l'AOD devrait s'aligner sur les critères applicables à l'AOD définis par le comité d'aide au développement de l'Organisation de coopération et de développement économiques (CAD/OCDE) et les recommandations du CAD de l'OCDE sur le déliement de l'AOD;