Enkel het nieuwe artikel 1477, § 4, van het Burgerlijk Wetboek zal een concrete toepassing vinden. Hierin is bepaald dat, behoudens voor de schulden die gelet op de bestaansmiddelen van de samenwonenden buitensporig zijn, iedere schuld die door een der wettelijk samenwonenden wordt aangegaan ten behoeve van het samenleven en van de kinderen die door hen opgevoed worden, de andere samenwonende hoofdelijk verbindt.
Seul trouvera une application concrète le nouvel article 1477, § 4, du Code civil, suivant lequel, hormis les dettes excessives eu égard aux ressources des cohabitants, toute dette contractée par l'un des cohabitants légaux pour les besoins de la vie commune et des enfants qu'ils éduquent oblige solidairement l'autre cohabitant.