3. De lidstaten kunnen ook bepalingen zoals deze van onder meer lid 1 van dit artikel toepassen met het oog op coördinatie en samenwerking met andere betrokken lidstaten voor wat betreft voor een lidstaat zorgwekkende invasieve uitheemse soorten die vermeld staan op een overeenkomstig artikel 12, lid 1, vastgestelde nationale lijst.
3. Les États membres peuvent également prendre des dispositions, telles que celles visées au paragraphe 1 du présent article, afin d'assurer une coordination et une coopération avec d'autres États membres concernés en ce qui concerne les espèces exotiques envahissantes préoccupantes pour un État membre recensées dans des listes nationales adoptées conformément à l'article 12, paragraphe 1.