3. betreurt het feit dat de Rekenkamer in twee opeenvolgende jaren geen redelijke zekerheid heeft verkregen over de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen van het Agentschap; merkt op dat het Agentschap, ter verific
atie van de door de samenwerkende landen gedeclareerde uitgaven, voor gezamenlijke terugkeeroperaties en gezamenlijke operaties te land, ter zee en in de lucht voorafgaand aan de betaling redelijkheidscontroles uitvoerde; heeft er sterke kritiek op dat het Agentschap voor de vóór juni 2013 ondertekende subsidieovereenkomsten meestal niet verzocht om bewijsstukken ter onderbouwing van de bedragen waar de samenwerke
...[+++]nde landen recht op hadden; benadrukt de noodzaak van een grondige analyse van de besteding van EU-middelen bij de gezamenlijke operaties te land, ter zee en in de lucht; 3. déplore que pour la deuxième année consécutive, la Cour n'ait pas obtenu d'assurance raisonnable quant à la légalité et la régularité des opérations de l'Agence; observe qu'afin de vérifier les dépenses déclar
ées par les pays de la coopération, l'Agence a procédé à des contrôles de vraisemblance avant paiement pour les opérations de retour conjointes et les opérations terre/mer/air conjointes; est vivement préoccupé par le fait que pour les conventions de subvention signées avant juin 2013, l'Agence n'a généralement pas demandé de pièces justificatives relatives aux créances détenues par les pays de la coopération; souligne la néce
...[+++]ssité d'une analyse minutieuse de l'utilisation des crédits de l'Union dans le cadre des opérations terre/mer/air conjointes;