22. onderstreept de noodzaak van samenhang tussen de op dit gebied ten uitvoer gelegde beleidsacties en merkt op dat moet worden nagegaan of alle belangrijke programma's, waaronder landbouw, cohesieprogramma's, vervoer en energienetwerken, en ontwikkelingsprogramma's, zijn aangepast aan de veranderende klimaatomstandigheden;
22. souligne qu'il convient de faire preuve de cohérence politique dans ce domaine et relève qu'il est nécessaire de procéder à un contrôle de tous les grands programmes au regard du changement climatique, y compris ceux relevant de l'agriculture, de la cohésion, des transports, des réseaux énergétiques et du développement;