2. benadrukt dat in de stra
tegie en het beleid voor de bio-economie, alsmede in verordeningen en stimulansen op dit gebied, duidelijker richtlijnen en een grotere gerichtheid noodzakelijk zijn; is
van mening dat een betere coördinatie nodig is
en dat synergie en complementariteit bewerkstelligd moeten worden met de verschillende beleidsmaatregelen en fondsen (structuurfondsen, GLB, GVB, Richtlijn hernieuwbare energiebronnen, Kader
...[+++]richtlijn afvalstoffen en Horizon 2020) en dat de mogelijkheden voor kruisfinanciering verruimd moeten worden; wijst er tevens op dat de overgang naar een bio-economie een langdurig proces is waarvoor wetgeving voor de lange termijn nodig is, alsmede strategieën en investeringen die een lange periode beslaan, teneinde een stabiel investeringsklimaat voor de bio-economie tot stand te brengen en gelijke mededingingsvoorwaarden te scheppen; 2. met l'accent sur la nécessité de guider par des orientations plus claires et une concentration plus forte la stratégie et la politique bio-économique, ainsi que la législation et les incitations relatives à la bio-économie; observe qu'il faut améliorer la coordination, créer des syner
gies, instaurer des complémentarités entre les divers politiques et fonds (Fonds structurels, PAC, PCP, directive "sources renouvelables d'énergie", directive-cadre "déchets" et Horizon 2020), et trouver des possibilités de les combiner; remarque également que le passage à la bio-économie est un long processus qui requi
ert de la ...[+++]constance dans la législation ainsi que des stratégies et des investissements à long terme afin de créer un climat stable pour l'investissement dans la bio-économie et des conditions de concurrence égales;