Het uitleggende karakter van de wet van 19 juni 1996 wijst erop dat de wet van 20 juli 1990 niet tot doel had de pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen eenvormig te maken, maar wel een einde te maken aan de onzekerheid die was ontstaan uit de uiteenlopende rechtspraak betreffende de pensioenleeftijd (zie met name Gedr. St., Kamer, 1995-1996, nr. 449/1, pp.
Le caractère interprétatif de la loi du 19 juin 1996 indique que la loi du 20 juillet 1990 n'avait pas pour objectif d'uniformiser l'âge de la retraite des hommes et des femmes mais de mettre fin à l'insécurité née de jurisprudences divergentes quant à l'âge de la retraite (voy. notamment Doc. parl., Chambre, 1995-1996, n° 449/1, pp. 10 et 11).