De Commissie wijst erop dat hoewel de lidstaten een ruime beoordelingsmarge hebben bij het vaststellen van de behoefte aan een openbaredienst en de omvang van die dienst, de beslissing van de lidstaten in dit verband is onderworpen aan de controle van de Commissie op kennelijke fouten[37].
La Commission rappelle que, même si les États membres jouissent d'une marge d'appréciation substantielle dans la définition d'un service public et de sa portée, la décision des États membres en la matière est subordonnée à la vérification, par la Commission, qu'ils n'aient pas commis d'erreur manifeste d'appréciation[37].