Het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft in de zaak Odièvre t. Frankrijk, die eveneens betrekking had op een wettelijke regeling over het « bevallen onder X » (« l'accouchement sous X ») geoordeeld dat de Staten over een ruime appreciatiemarge beschikken om de in het geding zijnde belangen van de moeder (privacy), het kind (recht op informatie over zijn of haar afstamming), de vader (privacy en gezinsleven), de adoptieouders (gezinsleven), de maatschappij (onder andere ter voorkoming van kindermishandeling of abortussen) en derden tegen elkaar af te wegen (10) .
Dans l'affaire Odièvre c. France, qui concernait également une législation sur « l'accouchement sous X », la Cour européenne des droits de l'homme a jugé que les États disposaient d'une certaine marge d'appréciation pour mettre en balance les intérêts de la mère (vie privée), de l'enfant (droit à la connaissance de ses origines), du père (vie privée et vie familiale), des parents adoptifs (vie familiale), de la société (entre autres, dans le cadre de la prévention de la maltraitance des enfants ou des avortements) et de tiers (10) .
