1. De bevoegde autoriteit als bedoeld in Richtlijn 2006/48/EG is, onder de voorwaarden waarin die richtlijn voorziet, verantwoordelijk voor vergunningverlening aan en toezicht op de kredietinstellingen die zijn aangewezen om bancaire nevendiensten te verlenen en ten aanzien van de naleving door die instellingen van artikel 57, leden 3 en 4, van deze verordening.
1. L'autorité compétente visée dans la directive 2006/48/CE est responsable de l'agrément et de la surveillance, dans les conditions prévues dans cette directive, des établissements de crédit désignés pour fournir des services accessoires de type bancaire, et veille à ce qu'ils se conforment à l'article 57, paragraphes 3 et 4, du présent règlement.