« Art. 4. Met het oog op de financiering van programma's van collectief fundamenteel onderzoek, die te danken zijn aan het initiatief van vorsers, verlenen bovenbedoelde ministers toelagen aan het Nationaal fonds voor wetenschappelijk onderzoek, binnen de perken van de kredieten die te dien einde op hun respectieve begrotingen zijn ingeschreven en in het raam van overeenkomsten die zij met het voormeld Fonds sluiten.
« Art. 4. En vue du financement de programmes de recherche fondamentale collective dus à l'initiative de chercheurs, les ministres susvisés accordent des subventions au Fonds national de la recherche scientifique, dans les limites des crédits inscrits à cette fin à leurs budgets respectifs et dans le cadre de conventions qu'ils établissent avec le Fonds prémentionné.