Daarom houdt deze resolutie de thesis van de preventieve oorlog in stand en staaft ze dat standpunt met het misleidende argument dat een dergelijk interventiebeleid nodig is om de 'veiligheid' van de burgers van de EU-lidstaten te waarborgen. Dit betekent dat de soevereiniteit van landen en volkeren met voeten wordt getreden en dat oorlog wordt gevoerd overal waar en telkens wanneer de belangen van de grote economische groepen van de EU in gevaar zijn. De oprichting van de Europese dienst voor extern optreden zal deze situatie alleen maar verergeren.
La résolution défend par conséquent la thèse des guerres préventives en avançant l’argument fallacieux selon lequel la «sécurité» des citoyens des pays de l’Union européenne est garantie par une politique d’intervention, en violant la souveraineté des peuples et en faisant la guerre à chaque fois que les intérêts des groupes économiques de l’Union européenne sont en jeu. Cette situation ne fera que se renforcer avec la création du service européen pour l’action extérieure.