1) de rentesubsidie; ze bedraagt hoogstens 5 %; de rente die ten laste blijft van de begunstigde mag niet lager zijn dan 3 % bij het eerste ziektegeval in het bedrijf van de aanvrager; de rente die ten laste blijft van de begunstigde bedraagt 5 % in de andere gevallen; het maximumbedrag van de lening waarop de steun betrekking heeft, wordt vastgesteld op 30 % van de totale kost van de herbevolking en mag niet hoger zijn dan 90.000 Ecu per VAK en 180.000 Ecu per bedrijf;
1) la subvention-intérêt; elle est de 5% maximum, le taux d'intérêt restant à la charge du bénéficiaire ne pouvant être inférieur à 3% lors de la première occurrence de la maladie dans l'exploitation du demandeur; le taux d'intérêt restant à la charge du bénéficiaire est de 5 % dans les autres cas; le montant maximum de l'emprunt sur lequel porte l'aide est fixé à 30 % du coût total du repeuplement sans dépasser 90.000 écus par UTH et 180.000 écus par exploitation.