1.1.1. Voertuigen die voor de werking van het remsysteem over onderdruk moeten beschikken, moeten met reservoirs van een zodanige capaciteit zijn uitgerust dat aan de eisen van de punten 1.2 en 1.3 wordt voldaan.
1.1.1. Les véhicules sur lesquels le fonctionnement des dispositifs de freinage nécessite l'utilisation d'une dépression doivent être munis de réservoirs dont la capacité répond aux prescriptions visées aux points 1.2 et 1.3.