R. overwegende dat in artikel 4 van deze verklaring wordt bepaald dat de lidstaten geweld tegen vrouwen moeten veroordelen en geen argumenten in verband met gewoonte, traditie of religie mogen aanvoeren om zich te onttrekken aan hun verplichting het geweld uit te bannen,
R. considérant que l'article 4 de cette Déclaration dispose que "les États devraient condamner la violence à l'égard des femmes et ne pas invoquer de considérations de coutume, de tradition ou de religion pour se soustraire à l'obligation de l'éliminer”,