13. benadrukt dat de agentschappen al geruime tijd aandringen op meer flexibiliteit met betrekking tot de bepalingen van het Financieel Reglement die voor de agentschappen gelden; erkent dat de meeste bepalingen niet evenredig zijn aan en niet toegespitst zijn op de omvang, de doelstellingen en de kenmerken van het merendeel van de agentschappen; is van mening dat vereenvoudiging van de financiële en statutaire regels van de agentschappen hun efficiëntie zou verhogen, hun uitgaven zou verminderen en veel door de Rekenkamer vastgestelde problemen zou oplossen;
13. souligne que les agences demandent depuis longtemps un assouplissement des dispositions du règlement financier qui leur sont applicables; reconnaît que la plupart de ces dispositions sont disproportionnées et ne sont pas adaptées à la taille, aux objectifs et aux caractéristiques de la majeure partie des agences; estime qu'une simplification de la réglementation financière et statutaire applicable aux agences permettrait d'accroître leur efficacité, de réduire leurs dépenses et de régler nombre des problèmes signalés par la Cour des comptes;