10. dringt er bij de lidstaten en de regionale en de lokale autoriteiten op aan ervoor te zorgen dat de luchthavens, ongeacht de aard van hun bestuursorganen, worden opgenomen in de plannen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de regio en dat er rekening mee wordt gehouden in strategieën voor regionale ontwikkeling; wijst erop dat de uitbreiding en de aanleg van nieuwe grote infrastructuur zoals luchthavens moeten worden onderworpen aan een beoordeling van het territoriale effect;
10. invite les États membres ainsi que les autorités régionales et locales à faire en sorte que les aéroports, indépendamment de la nature des organes qui les dirigent, figurent dans les plans d'aménagement territorial des régions ou soient pris en compte dans les stratégies de développement régional; rappelle que la construction et l'aménagement de grandes infrastructures, telles que des aéroports, sont à soumettre à une étude d'impact territorial;