25. herinnert eraan dat het oorspronkelijke mandaat van het Handvest de codificatie was van de fundamentele rechten die EU-burgers genieten en dat de staatshoofden en regeringsleiders herhaaldelijk plechtig hebben verklaard dat in het Handvest de rechten van de EU-burgers zijn vastgesteld; roept alle lidstaten op de noodzaak van artikel 51 van het Handvest opnieuw in overweging te nemen en moedigt hen aan om eenzijdig te verklaren dat ze de rechten van individuen in hun rechtsgebied niet zullen beperken op grond van de bepalingen in dat artikel;
25. rappelle que le mandat initial de la Charte était de codifier les droits fondamentaux dont jouissent les citoyens de l'Union et que les chefs d'État ou de gouvernement ont déclaré solennellement à plusieurs reprises que la Charte énonce les droits des citoyens de l'Union; invite tous les États membres à réexaminer la nécessité de l'article 51 de la Charte et les encourage à déclarer unilatéralement qu'ils ne restreindront pas, sur leur territoire, les droits des personnes sur la base des dispositions de cet article;