6. veroordeelt het in brand steken van ambassades van lidstaten en de bedreiging van personen ten scherpste; betreurt dat bepaalde regeringen nalaten om geweld te voorkomen en dat andere regeringen gewelddaden toelaten; doet een beroep op de landen waar deze voorvallen hebben plaatsgevonden om duidelijk en op concrete wijze kenbaar te maken dat dergelijke incidenten in de toekomst niet getolereerd zullen worden; doet een beroep op alle staten om hun verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Wenen na te komen;
6. condamne avec la plus grande vigueur la destruction par le feu d'ambassades des États membres de l'Union européenne et les menaces proférées contre des personnes physiques; déplore que certains gouvernements n'aient pu empêcher les violences et que d'autres aient toléré des attaques violentes; lance un appel aux pays où de tels incidents se sont produits pour qu''ils manifestent clairement et concrètement que ces agissements ne seront pas tolérés à l'avenir; invite tous les États à respecter les obligations qui leur incombent au titre de la Convention de Vienne;