De diensten van de Commissie menen dat de "wederzijdse evaluatie", wegens het intergouvernementele karakter ervan, niet meer zou mogen worden beschouwd als een geëigende methode voor de evaluatie van de toepassing en uitvoering van de rechtsinstrumenten uit hoofde van Titel VI. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam zijn alle rechtsinstrumenten van Titel VI waarin een onderlinge afstemming van nationale rechtsregels wordt voorgesteld, voorzien van een eigen evaluatie-regeling.
Les services de la Commission considèrent que, de par son caractère intergouvernemental, «l’évaluation par les pairs » (inspiré du mécanisme utilisé dans le cadre du GAFI) ne devrait plus être considérée comme une méthode appropriée pour évaluer l’application et la mise en place des actes juridiques du Titre VI. A partir de l’entrée en vigueur du Traité d’Amsterdam tous les instruments juridiques du Titre VI proposant un rapprochement des législations nationales ont leur propre dispositif d’évaluation.