In dit opzicht oordeelt de Raad van State dat het feit dat het tuchtreglement van het leger de militairen verbiedt om actief aan het politieke leven deel te nemen, niets veranderd aan deze regel. Dat verbod is immers enkel van deontologische aard en kan volgens de regels van de tucht bestraft worden, maar vormt geen reden tot onverkiesbaarheid (1).
À cet égard, le Conseil d'État juge que le fait que le règlement de discipline de l'armée interdise aux militaires de participer activement à la vie politique ne change rien à cette règle, car cette interdiction est uniquement une règle déontologique, qui peut être sanctionnée disciplinairement, mais ne constitue pas une cause d'inéligibilité (1).