De verzoekende
partijen voeren vervolgens aan (tweede onderdeel van het middel in de zaak nr. 6082 en twaalfde middel in de zaa
k nr. 6136) dat een verschil in behandeling zou volgen uit het feit dat ministerieel geïnterneerden geïnterneerd zullen blijven tot het verstrijken van hun vrijheidsstraf en zelfs
langer, terwijl dat niet meer het geval zal zijn, vanaf ...[+++] de inwerkingtreding van de Interneringswet 2014, voo
r veroordeelden die gedurende hun hechtenis een mentale stoornis ontwikkelen, desnoods doordat die laatsten, indien hun geestestoestand dat vereist, bij het verstr
ijken van hun straf zouden kunnen worden onderworpen aan d
e gemeenrechtelijke regeling van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke.
Les parties requérantes allèguent ensuite (secon
de branche du moyen dans l'affaire n° 6082 et douzième moyen dans l'affaire n° 6136) qu'une différence de traitement résulterait de ce que les personnes internées sur la base d'une décision ministérielle resteront internées jusq
u'à l'expiration de leur peine privative de liberté et même au-delà, alors que ce ne sera plus le cas, dès l'entrée en vigueur de la loi de 2014 sur l'internement, des personnes condamnées qui dévelo
pperont une maladie mental ...[+++]e pendant leur détention, quitte à ce que, si l'état mental de ces dernières le requiert, elles soient soumises, lors de l'expiration de leur peine, au régime de droit commun prévu par la loi du 26 juin 1990 relative à la protection de la personne des malades mentaux.