Voor de toepassing van het tweede lid en het derde lid wordt het kind, dat verdwenen is in de zin van artikel 25bis, na de verdwijning geacht deel te blijven uitmaken van het gezin van de bijslagtrekkende, binnen de grenzen bepaald in dat artikel». »
Pour l'application des alinéas 2 et 3, l'enfant disparu au sens de l'article 25bis est censé continuer à faire partie du ménage de l'allocataire après la disparition, dans les limites fixées à cet article».