Art. 21. § 1. In toepassing van artikel 96, § 2 van de wet, kent de minister een verhoogde premie toe voor een bedrag dat overeenkomt met het loon in geld waarop de werknemer recht heeft, zonder dat dit bedrag het referentiejaarloon mag overschrijden, vermeerderd met 20% voor de bedienden en 30 % voor de arbeiders, alsook het bedrag van de haard- of standplaatstoelage.
Art. 21. § 1. En application de l'article 96, § 2 de la loi, le ministre octroie une prime majorée d'un montant correspondant au salaire en espèces auquel le travailleur a droit, sans que ce montant puisse excéder le traitement de référence annuel, augmenté de 20% pour les employés et de 30 % pour les ouvriers, ainsi que du montant de l'allocation de foyer ou de résidence.