F. vaststellende dat de referentiecentra tijdens hun laatste evaluatie een slecht resultaat behaalden inzake het herstel van patiënten met CVS/ME op basis van de toepassing van cognitieve gedragtherapie (CGT), graduele oefentherapie (GET) en pacing als enige behandelingsvormen;
F. constatant que lors de leur dernière évaluation, les centres de référence n'ont obtenu que de piètres résultats en termes de rétablissement des patients atteints du SFC/EM, le traitement de ces derniers s'étant limité à la thérapie cognitivo-comportementale (TCC), à la thérapie par exercices graduels (GET) et au pacing;
