Overeenkomstig artikel 1 van de wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en leden van de griffie van de Raad voor Vreemdelingenbet
wistingen, wordt de jaarlijkse bezoldiging van de adjunct-audi
teurs en de adjunct-referendarissen vastgesteld op euro 51.215,50; die van de auditeurs en de referendarissen wordt vastgesteld op euro 66.828,73; die van de eerste auditeurs en de eerste referenda
rissen, na elf jaar dienst ...[+++], wordt vastgesteld op euro 81.106,62 (tegen de huidige liquidatiecoëfficiënt).
Conformément à l'article 1 de la loi du 5 avril 1955 relative aux traitements des titulaires d'une fonction au Conseil d'Etat et des magistrats et membres du greffe du Conseil du Contentieux des étrangers, le traitement annuel d'auditeur adjoint et de référendaire adjoint est fixé à euro 51.215,50; celui d'auditeur et de référendaire est fixé à euro 66.828,73; celui de premier auditeur et de premier référendaire, après 11 ans de service, est fixé à euro 81.106,62 (au coefficient de liquidation actuel).