Vanwege artikel 36 van de wet van 24 december 1948 heeft de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in haar arresten van 12 januari 2010, waaraan de verwijzende rechter refereert, geoordeeld dat artikel 464, 1°, van het WIB 1992 « niet geacht kan worden de gemeenten te verbieden om een belasting op vertoningen en vermakelijkheden te heffen op basis van de bruto-ontvangsten van het entreegeld ».
En conséquence de l'article 36 de la loi du 24 décembre 1948, l'assemblée générale de la section du contentieux administratif du Conseil d'Etat a jugé, dans ses arrêts du 12 janvier 2010, auxquels se réfère le juge a quo, que l'article 464, 1°, du CIR 1992 « ne peut être réputé interdire aux communes de prélever une taxe sur les spectacles et divertissements sur la base des recettes brutes des entrées ».