3. De lidstaten waar op de datum van de inwerkingtreding van deze richtlijn wettelijke of bestuursrechtelijke regelingen van kracht zijn overeenkomstig welke landen als veilige landen van herkomst worden aangemerkt en die deze regelingen wensen te handhaven, stellen de Commissie daarvan binnen zes maanden na de vaststelling van deze richtlijn in kennis en delen haar zo spoedig mogelijk alle latere met redenen omklede wijzigingen hiervan mede.
3. Les États membres qui, à la date d'entrée en vigueur de la présente directive, appliquent des dispositions législatives ou réglementaires désignant certains pays comme des pays d'origine sûrs et souhaitent maintenir lesdites dispositions, notifient ces dernières à la Commission dans un délai de six mois à compter de l'adoption de la présente directive, ainsi que, dans les meilleurs délais, toute modification ultérieure, motivée, les concernant.