De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie leert alvast dat er sprake is van een beperking van zowel het vrij verrichten van diensten als het vrij verkeer van kapitaal wanneer het voor een belastingplichtige om een welbepaalde reden minder aantrekkelijk is om spaartegoeden naar een andere lidstaat dan zijn woonstaat over te brengen en daar aan te houden.
La jurisprudence de la Cour de Justice de l'Union européenne enseigne en tout cas qu'il y a restriction, à la fois à la libre prestation des services et à la libre circulation des capitaux, lorsque, pour une raison spécifique, il est moins attrayant pour un contribuable de transférer des avoirs issus de l'épargne vers un Etat membre autre que son Etat de résidence et de les y maintenir.