« Art. 2255. — De verjaring loopt niet ten aanzien van rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van onwettige administratieve rechtshandelingen gedurende de aanhangigheid bij de Raad van State van het verzoek tot vernietiging van deze administratieve rechtshandelingen».
« Art. 2255. — La prescription ne court pas à l'égard des actions en réparation d'un dommage formées au motif d'illicéité d'actes juridiques administratifs pendant la période où la requête en annulation des actes juridiques administratifs en question est pendante devant le Conseil d'État».