Alvorens de prejudiciële vraag te kunnen beantwoorden dient te worden geantwoord op de vraag of het in de artikelen 43 en 44 van het decreet bedoelde beroep een jurisdictioneel beroep is, met andere woorden een beroep dat wordt ingesteld bij een administratief rechtscollege, een buitengerechtelijk rechtscollege of een orgaan van het actief bestuur dat rechtsprekende bevoegdheid uitoefent en dat leidt tot een beslissing met een specifieke draagwijdte welke, steunend op een rechtsregel en bekleed met het gezag van gewijsde, een einde maakt aan een geschil.
Avant de pouvoir répondre à la question préjudicielle, il s'impose de répondre à la question de savoir si le recours visé aux articles 43 et 44 du décret est un recours juridictionnel, en d'autres termes un recours formé auprès d'une juridiction administrative, d'une juridiction extrajudiciaire ou d'un organe de l'administration active exerçant une compétence juridictionnelle et qui aboutit à une décision à portée spécifique, laquelle, se fondant sur une règle de droit et étant revêtue de l'autorité de la chose jugée, met fin à un litige.