2° de rechtspersoon of de entiteit met om het even welke rechtsvorm, heeft het voorwerp uitgemaakt van een strafrechtelijke of tuchtrechtelijke veroordeling die in kracht van gewijsde is gegaan, in toepassing van de wetten en besluiten bedoeld in artikel 5, 3°, van ten minste 1.500 euro, zelfs met uitstel, of van een definitieve straf in het buitenland die daar voor een auditkantoor het verlies van deze hoedanigheid met zich meebrengt;
2° la personne morale ou une autre entité, quelle que soit sa forme juridique, a fait l'objet en Belgique d'une condamnation pénale ou disciplinaire coulée en force de chose jugée, en application des lois et règlements visés à l'article 5, 3°, d'au moins 1.500 euros, même avec sursis, ou à l'étranger d'une peine définitive qui y entraînerait, pour un cabinet d'audit, la déchéance de cette qualité;