In een eerste onderdeel betogen de verzoekende partijen dat het invoegen van een retroactieve decretale concordantieregeling en het invoegen van een rechtsbasis met terugwerkende kracht strijdig zijn met het gelijkheidsbeginsel, de eisen van de rechtsbedeling en de scheiding der machten doordat in hangende rechtsgedingen wordt ingegrepen.
Dans une première branche, les parties requérantes soutiennent que l'instauration d'un régime décrétal rétroactif de nomination par concordance et l'instauration d'un fondement juridique ayant effet rétroactif sont contraires au principe d'égalité, aux exigences de l'administration de la justice et de la séparation des pouvoirs, en ce qu'il y a ingérence dans des litiges pendants.