De indiener van het amendement stelt dat het inderdaad beter zou zijn te bepalen dat de rechter de bechikkingen die kennelijk strijdig zijn met de belangen van de minderjarige kinderen kan laten schrappen of wijzigen, hetzij na de verschijning bedoeld in het vorig lid van artikel 1290, hetzij na de andere procedure indien de kinderen niet verschijnen.
L'auteur de l'amendement affirme qu'il serait en effet préférable de prévoir que le juge peut faire supprimer ou modifier les dispositions manifestement contraires aux intérêts des enfants mineurs, soit après la comparution visée à l'alinéa précédent de l'article 1290, soit après une autre procédure, si les enfants ne peuvent pas comparaître.