21. Artikel 7, paragraaf 1, voorziet in een verplichte uitbreiding van de bevoegdheid van de nationale rechtbanken in drie gevallen : indien het strafbaar feit is gepleegd op het grondgebied van de Staat die Partij is, indien het strafbaar feit is gepleegd aan boord van een schip dat de vlag voert van de Staat die Partij is, of aan boord van een van zijn luchtvaartuigen, indien het strafbaar feit is gepleegd door een onderdaan van deze Staat.
21. L'article 7 paragraphe 1 prévoit une extension obligatoire des compétences des tribunaux nationaux dans trois cas : si l'infraction est perpétrée sur le territoire de l'État partie; si l'infraction est commise à bord d'un bateau sous pavillon de l'État partie, ou à bord d'un de ses avions; et si l'infraction est commise par un ressortissant de cet État.