De betrokken landen moeten op een groot aantal terreinen, zoals energie, telecommunicatie, vervoer, landbouw, het milieu, bereid zijn tot onderlinge samenwerking.
Les pays doivent être prêts à coopérer entre eux dans une vaste gamme de domaines tels que l'énergie, les télécommunications, les transports, l'agriculture et l'environnement.