4. De lidstaat kan uit de lijst van de in aanmerking komende rassen die rassen schrappen waarvoor het gemiddelde gehalte aan korrels die het glazige uiterlijk van durumtarwe hebben verloren, meer dan 27 % bedraagt.
4. Un État membre peut exclure de la liste des variétés admissibles celles qui présentent un taux moyen de perte d'aspect vitreux du blé dur («mitadinage») de plus de 27 %.