43. verzoekt de lidstaten een proactieve aanpak te volgen bij het onderzoeken van afpersingszaken, bijvoorbeeld door middel van stimulansen en financiële steun gericht op voortzetting van de bedrijfsactiviteiten nadat aangifte is gedaan, in combinatie met het starten van onderzoeken op basis van inlichtingenwerk; is van oordeel dat het versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld en de partnerschappen met de rechterlijke macht en de politie van essentieel belang is en daarom moet worden aangemoedigd; verzoekt de lidstaten het sluiten van memoranda van overeenstemming tussen de staat en handelaren en ondernem
ers die klagen over racketeering te stimuleren, zodat zi ...[+++]j ondanks de moeilijkheden daaromtrent kunnen werken; verzoekt de Commissie in haar voorstel voor een richtlijn over confiscatie van opbrengsten van georganiseerde criminaliteit de in artikel 3, lid 1, van Kaderbesluit 2005/212/JBZ voorziene maatregelen ook van toepassing te verklaren op het delict afpersing; 43. invite les États membres à adopter une approche proactive pour enquêter sur les cas d'extorsion de fonds, par exemple grâce à des mesures d'incitation et des modalités de soutien financier destinées à la poursuite de l'activité des entreprises dont les dirigeants dénoncent la corruption, et la mise en œuvre d'enquêtes sur la base d'activités de renseignement; estime que le renforcement du rôle de la société civile et ses formes de partenariat avec le système judiciaire et les forces de l'ordre sont d'une importance fondamentale et doivent donc être encouragés; invite les États membres à encourager la signature de protocoles d'accord entre le secteur public, les courtiers et les entrepreneurs qui dé
posent plainte pour ...[+++]racket, afin de leur permettre de travailler en dépit des difficultés rencontrées dans un tel contexte; invite la Commission à inclure dans sa proposition de directive sur la confiscation du produit de la criminalité organisée l'élargissement au délit d'extorsion des mesures actuellement prévues par l'article 3, paragraphe 1, de la décision-cadre 2005/212/JAI;