6. vreest dat de grote spreiding tussen de lidstaten qua tekorten, schulden en groei zal toenemen, wat de gemeenschappelijke munt kan verzwakken, de economische groei kan remmen en een nadelige invloed kan hebben op de vooruitzichten op het gebied van werkgelegenheid; moedigt de lidstaten aan om een gecoördineerd economisch beleid te voeren dat de geconstateerde spreiding verkleint en tot verdere convergentie leidt naar lagere tekorten en schulden en hogere groei;
6. est préoccupé par la possibilité que s'élargissent les différents écarts entre les États membres en matière de déficit, de dette et de croissance, ce qui pourrait avoir pour effet de miner la monnaie unique, d'étouffer la croissance économique et de réduire les perspectives d'emplois; encourage les États membres à appliquer des politiques économiques coordonnées qui réduisent les écarts constatés et qui vont dans le sens d'une plus grande convergence vers des niveaux de déficit et d'endettement plus bas et des taux de croissance plus élevés;
