- 1 september 1990 wat betreft de artikelen 13, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10° en 11°, 14 met uitzondering van § 3, 15 en 17, met de beperking dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1990 tot 31 december 1996 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking,reaffectatie en wedertewerkstelling;
- au 1 septembre 1990 en ce qui concerne les articles 13, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 10° et 11°, 14 à l'exception du § 3, 15 et 17, avec la restriction que, pendant la période du 1 septembre 1990 au 31 décembre 1996, ces dispositions ne peuvent avoir de suites pour les membres du personnel et les pouvoirs organisateurs en ce qui concerne la rémunération et la mise en disponibilité par défaut d'emploi, la réaffectation et la remise au travail;