Het lid stelt vast dat net zoals
voor het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapen
s die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben, aangenomen te New York op 13 oktober 1995, België heeft aangekondigd een « interpretatieve verklaring » te wensen afleggen, volgens dewelke « bepalingen van het protocol die door hun inhoud of aard ook in vredestijd van toepassing kunnen zijn, in alle omstandighed
en dienen ...[+++]te worden nageleefd ».
Il constate qu'à l'instar de ce qui s'est passé pour le protocole additionnel à la convention sur l'interdiction ou la limitation de l'emploi de certaines armes qui peuvent être considérées comme produisant des effets traumatiques excessifs ou comme frappant sans discrimination, adopté à New York le 13 octobre 1995, la Belgique a annoncé son intention de faire une « déclaration interprétative » aux termes de laquelle « les dispositions qui, par leur contenu ou par nature, peuvent s'appliquer également en temps de paix, s'appliqueront en toutes circonstances ».