Het door de Koning bepaalde deel van de federale bijdrage, bedoeld in artikel 15/11, § 1, vierde lid, 3°, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en in artikel 21bis, § 1, 6°, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, dat bestemd is voor de financiering van de studie over de elektriciteitsbevoorradingsvooruitzichten en van de prospectieve studie betreffende de aardgasbevoorradingszekerheid.
La part déterminée par le Roi de la cotisation fédérale visée par l'article 15/11, § 1, alinéa 4, 3°, de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations et par l'article 21bis, § 1, 6°, de la loi du 29 avril 1999 relative à l'organisation du marché de l'électricité, qui est destinée au financement des frais relatifs à l'établissement de l'étude sur les perspectives d'approvisionnement en électricité et de l'étude prospective concernant la sécurité d'approvisionnement en gaz naturel.
