De Regering beschikt over een termijn
van zestig dagen om zich tegen de
uitzending van een programma te verzetten, indien die maatregel noodzakelijk blijkt te zijn voor gs lands veiligheid, voor de integriteit van het grondgebied van de Staat, voor de openbare veiligheid, voor het handhaven van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, voor de bescherming van de gezondheid en van de moraal, voor de bescherming van de faam of rechten van derden, om het onthullen van vertrouwlijke gegevens te vermijden, om de autoriteit en onpartijdigheid van de rechterlijke macht
...[+++] te waarborgen of wanneer de bepalingen van artikel 15 worden overtreden.
Le Gouvernement dispose d'un délai de soixante jours pour s'opposer à la diffusion d'un programme si cette mesure paraît nécessaire à la sécurité nationale, à l'intégrité territoriale ou à la sûreté publique, au maintien de l'ordre et à la prévention de la criminalité, à la protection de la santé ou de la morale, à la protection de la réputation ou des droits d'autrui, pour empêcher la divulgation d'informations confidentielles ou pour garantir l'autorité et l'impartialité du pouvoir judiciaire ou s'il y a violation des dispositions de l'article 15.