Art. 7. Het taalexamen bedoeld bij artikel 15, § 1, derde en vierde lid, 21, § 1, derde lid, 27, tweede en derde lid, 38, § 1, tweede lid, § 2, § 4, § 5, 43, § 4, eerste, derde en vierde lid, 44 en 46, § 1, van de gecoördineerde wetten bestaat uit een proef over de geschreven kennis en een mondelinge proef.
Art. 7. L'examen linguistique visé aux articles 15, § 1, alinéas 3 et 4, 21, § 1, alinéa 3, 27, alinéas 2 et 3, 38, § 1, alinéa 2, § 2, § 4, § 5, 43, § 4, alinéas 1, 3 et 4, 44 et 46, § 1, des lois coordonnées comprend une épreuve portant sur la connaissance écrite et une épreuve orale.