De toename van de productiecapaciteit bij de bedrijfstak van de Gemeenschap moet worden gezien tegen de achtergrond van de in Richtlijn 2003/30/EG neergelegde doelstelling om het verbruik van biobrandstoffen en andere hernieuwbare brandstoffen in de Gemeenschap tot 5,75 % te laten stijgen, berekend op basis van de energie-inhoud van de totale hoeveelheid benzine en dieselolie die op 31 december 2010 voor vervoersdoeleinden op de communautaire markt wordt aangeboden.
De fait, la croissance des capacités de production de l’industrie communautaire doit être considérée à la lumière de l’objectif de la directive 2003/30/CE, qui fixe à 5,75 % la consommation de biocarburants et d’autres carburants renouvelables à atteindre au 31 décembre 2010 au plus tard, calculé sur la base de la teneur énergétique de la quantité totale d’essence et de diesel mise en vente sur le marché communautaire à des fins de transport.