In beide gevallen bedraagt, indien een lidstaat een minimumvolume aan productieactiviteiten in het betrokken grondgebied eist om projecten voor steun in aanmerking te laten komen, dat volume ten hoogste 50 % van het totale productiebudget.
Dans les deux cas, si un État membre subordonne l'admissibilité d'un projet à une aide à un niveau minimal d'activité de production sur le territoire concerné, ce niveau n'excède pas 50 % du budget global de la production.