Indien er evenwel van wordt uitgegaan - zoals in de tweede prejudiciële vraag lijkt te worden beweerd - dat de gewesten, op grond van artikel 9 van de wet van 12 april 1965, het privatieve gebruik van het openbaar domein voor het ver
voer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen niet aan ee
n vergunningsplicht zouden mogen onderwerpen, zou de federale wetgever met de voormelde bepaling de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheid op grond van het voormelde artikel 6, § 1, X
...[+++], eerste lid, 1°, 2°, 4° en 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 onmogelijk maken.Toutefois, s'il est postulé - com
me cela semble être soutenu dans la deuxième question préjudicielle - que, sur la base de l'article 9 de la loi du 12 avril 1965, les régions ne pourraient soumettre à une obligation d'autorisation l'usage privatif du domaine public p
our le transport de produits gazeux et autres par canalisations, le législateur fédéral rendrait impossible, par la disposition précitée, l'exercice de la compétence régionale découlant de l'article 6, § 1, X, alinéa 1, 1°, 2°, 4° et 5°, précité de la loi spéciale du 8 aoû
...[+++]t 1980.