Als de milieu-instantie oordeelt dat de toetsing van de aanvraag tot openbaarmaking op basis van de uitzonderingsgronden, bedoeld in artikelen 27 tot 32, of op basis van de omvang van de aanvraag, moeilijk tijdig uit te voeren is, dan deelt ze binnen de termijn vermeld in § 1 aan de aanvrager mee dat de mededelingstermijn van de beslissing tot vijfenveertig kalenderdagen wordt verlengd.
Si l'instance environnementale estime que la vérification de la demande de publicité, sur base des motifs d'exception visés aux articles 27 à 32 ou sur base du volume de la demande, peut difficilement être effectuée à temps, elle notifie au demandeur, dans le délai prévu au § 1, que le délai de prise de la décision est porté à quarante-cinq jours calendriers.